dat groen wuivend zacht
als bruidsjurk mij wacht
om in die heilige nacht
samen te komen
in zinderende zonnedromen
als pauwenstaarten zo mooi
zwem ik parallel met verentooi
in ‘t zoet kabbelend water
dat langs mij stroomt
als satijnen lakens
streelt en heelt
mijn lichaam omweeft
met golven van genot
goede gevoelens geeft
waar mijn zwemmende slagen
een soort van heiligheid raken
mijn handen vouwen zich telkens open
met benen die synchroon daarmee lopen
voelend éénheid van lichaam en geest
en in dit diepademend ‘t ritmisch bewegen
voel ik stromen het vernieuwende leven
om ziel en zaligheid te geven
Op het einde van het zwemmen aangekomen
heb ik de zilveren trede genomen
met groene veren eruit gekropen
waar ik staande op uw grond
mij in niemandsland bevond
en ik dacht aan die huwelijksnacht
’t geluk dat mij daar nog wacht
Maar wakker wordend uit die droom
is het de handdoek die ik grijp
om te drogen het godgegeven
uit ‘t water ontstegen
zorgenvrije zielzingende lijf.
Meeslepend dichter
zwemmend in de Beemster
Cor Wagenaar