het schreeuwen van de lammeren
en je stem verliezen en weer ontdekken
Al fietsend over de kanaaldijk passeerde ik een boer die zijn schapen in een trailer was aan het inladen. Hij pakte ze soms bij kop en kont om ze door te duwen de cabine in om achter het hekje te krijgen. Ik bleef staan met de fiets aan mijn hand, en vroeg:
“Lukt het wat?”
De man sloot het hekje voor een stuk of vijf forse moederschapen, en stapte van de opritplank af. We keken hoe achter het hek op de bijna afgegraasde weide een vijftal jongere schapen aan het blaten waren alsof hun leven ervan afhing. Het vibreerde in mijn oren. Ik zei:
“Wat een ongelooflijke geluid kunnen ze maken zeg.”
Hij keek even mijn richting uit, terwijl een wolk rook van het kleine sigaartje dat hij in zijn mond had, om zijn hoofd als mist rond dwarrelde.
“Ze zijn van hun moer af.”
Terwijl hij dat gezegd had, zag ik de slechte verzorging van zijn gebit met bruin aangeslagen tanden.
Ik moest even nadenken voor ik het begreep.
”Oh ja, zei ik, eens moeten we allemaal van onze moer af.”
Hierbij kwamen heel particuliere associaties bij me op die ik moeilijk met hem kon delen. Maar hij knikte alsof hij het al begreep.
“Het is bij kalfjes nog veel erger die gaan de hele nacht door en als ze gestopt zijn komt dat doordat hun stembanden niet meer werken.”
Ik slikte hiervan even. Ik had wel eens horen zeggen dat de kalfjes tegenwoordig wel heel snel bij moeder Koe verdwijnen, de ene zegt dat het juist goed is, en de ander dat het veel te snel is. De waarheid zal wel weer ergens in het midden liggen. Maar uiteindelijk moeten we allemaal van de moedermelk af en ons langzaam verwijderen van onze moer, zelfstandig worden, jezelf kunnen bedruipen en begint dat moeizame traject van op je eigen benen staan, waar je nooit helemaal zonder scheuren of deuken doorheen lijkt te komen. Ik kreeg weer allerlei particuliere associaties die met opvoeding, aapje die op een bontje plukt en zijn moeder mist, een rare scène uit een film waarbij een psychotisch geworden man de straat op loopt en hard om zijn moeder blijft roepen en een ernstig in de war geraakte jongeman die zijn net begraven moeder opgraaft, maar opnieuw deelde ik deze niet met de boer.
“Waarom zijn er zoveel planten niet opgegeten,” vroeg ik aan de man. We staarden op het hele veld dat overal was afgegraasd, maar ook vele plekken had waar het groen welig tierde. “Oh dat is onkruid, brandnetels en andere troep, dat ze niet vreten, moet eigenlijk weg gespoten worden, maar mag niet meer van het Waterschap. Dat moet nu weg geklepeld worden.”
Hoe dat klepelen precies gedaan werd, was voor mij een raadsel. Maar ons gesprek ging verder over dat de politiek die de problemen van de boeren niet begrijpt, rustig op reces gaat, terwijl de boeren doen wat ze altijd doen: keihard werken om het allemaal rond te krijgen.
“Hoeveel schapen heb je dan,” vroeg ik.
”Oh ik heb er ongeveer 500, ze grazen ook bijvoorbeeld in Avenhorn en natuurlijk hier in de Beemster langs het kanaal.”
Stil worden en hoe ik mijn stem verloor
De boer sloot zijn aanhanger en reed weg. De moederschapen verwijderden zich nog verder van hun al opgegroeide kroost. Ik moest denken aan de film over seriemoordenaar Hannibal die waarschijnlijk iedereen wel kent, waarbij Dr Lecter vraagt aan politie-inspecteur Clarice, of ze ’s nachts de lammeren nog wel eens hoort schreeuwen die zij hoorde in de nacht dat zij wegvluchtte voor huiselijk geweld op een paard van de boerderij die net als de lammeren ook geslacht zou worden…
Waarschijnlijk hebben we allemaal wel ergens een gevoelige plek die door een bepaald iets getriggerd wordt. Na het vinden van de seriemoordenaar kon Clarice slapen zonder de lammeren te horen en ook hier op de dijk werden de lammeren weer stil. En kon ik ook naar huis rijden zonder dat indringende geluid nog te horen.
van kerkhof naar Sing Along
Ik dacht al fietsend terug aan mijn moeder die begraven ligt op het kerkhof samen met mijn vader. Op de gezamenlijke steen staan verwijzingen naar psalmen. Mijn moeder die erg gelovig was, en van Urker afkomst, kon goed zingen Wel had ze soms een moment dat haar stem oversloeg tijdens een hoge aria. Ze was ook een grote fan van Aafje Heynis met haar indrukwekkende zangkunsten. Hoewel ik vroeger uit volle borst heb gezongen, kwam er een moment dat ik mij van mijn moer verwijderde toen ik merkte dat ‘vriendjes’ mij keihard uitlachten en toen Vader geweld gebruikte om mij te dwingen om in het kerkkoor te zingen hielp dat natuurlijjk ook niet. Daarna heb ik nooit meer gezongen, en ook zei ik niet veel. Dat noemden ze in die tijd een stille introverte jongen.
Na mijn verhuizing naar de Beemster en het ontmoeten van nieuwe mensen las
ik een aankondiing over een sing along geleid door ene Daphne Becka. Ik dacht waarom ook niet en ik bleek de enige man te zijn. Omringd door het stimulerende gezelgschap van aanmoedigende beemstervrouwen begon ik heel voorzichtig mijn stem te ontdekken, en merkte hoe leuk eigenlijk zingen is! Het bevrijdt je van je dagelijkse zorgen.
In de nadagen van mijn bestaan neurie ik zomaar liedjes tijdens werkzaamheden die in mijn hoofd rondzingen en eruit willen. Ook veel religieuze liedjes van vroeger die we achter het harmonium zongen komen soms zomaar boven drijven. Ik besloot daarop in een koor te gaan zingen, en ontmoette daar de enthousiaste Dirigente Margreet Drijver die me complimenteerde en een flinke duw in de goede richting gaf. Maar soms blokkeer ik als de angsten terugkeren, en soms als ik mijn stem groot maak, u raadt het misschien al, slaat die soms over net als moeder. Ik raak haar eigenlijk niet kwijt, sterker nog ik nader dichter tot haar.
Cor Wagenaar
Dichter en zanger
In de Beemster