MAVOBLUES
Twee Koninginnen (en die gevaarlijke)
Mijn leraar geschiedenis had het mij voorspeld. Toen hij tijdens een les vroeg wat iedereen later wilde worden, had ik hem geantwoord dat journalist mij wel wat leek. "Die moet je in de gaten houden, dat wordt een gevaarlijke," had hij gereageerd. De klas had mij lachend aangekeken en ik genoot van mijn tijdelijk succes als zijnde een wereldjournalist in spé. Nu had ik dat eigenlijk meer in een opwelling gezegd, dan dat het een weloverwogen keuze van me was geweest. Maar gek genoeg begon ik er serieus over na te denken en zag het later als mijn beroepsbestemming. Ik moest en zou een razende reporter worden. Maar ondertussen zat ik nog op de Mavo en was mijn enig gevoelde werkelijke streven het meisje te zoenen van mijn dromen. De rest kon me eigenlijk wel gestolen worden. Met mijn boezemvriend zag ik uit naar de schoolavonden die meestal een keer in de veertien dagen gehouden werden en waar alle stukken van de school te bewonderen waren.
Nu waren er in onze ogen maar twee echte kanjers. Koningin Slank en Volslank. Slank was de perfekte vrouw. Ze had een sereen gezicht met een aristocratische, gekromde neus. Haar lange bruine lokken sierden haar gezicht en vielen tot op haar schouders. Ze was slank met lange benen en had twee welgevormde borsten, die onze handen nauwelijks hadden kunnen omvatten. Soms had ze een blouse aan waarvan ze dan een paar knoopjes los liet, zodat bij bepaalde bewegingen, die pracht voor ons gedeeltelijk onthuld werd. Als je dan keek met kloppend hart, lachte ze uitdagend. Ze was een lust voor het oog en speelde met onze zieltjes.
Volslank was van een ander kaliber. Ze had een weelderig figuur, klein van gestalte en met twee enorme grote borsten, die je gewoonweg gek maakten. Ik vond haar uitgesproken erotisch. Als je met een van hen danste of even een onderonsje had, dan was gelijk je dag goed. Toch durfde je niet serieus aan een romance te denken, dan moest je het wel erg hoog in je bol hebben. Het waren onaantastbare godinnen, niet weggelegd voor gewone rotjongens als wij waren. Ze waren voor ons dat hoge, onbereikbare, het summum van al je erotische wensen en gevoelens.
Op de schoolavond had ik weleens met een van de godinnen gedanst. Dat werd soms toegestaan als zijnde een gunst aan een gewillig onderdaan. Natuurlijk had ik een schuifelnummer uitgekozen. Op de klanken van het gevoelvolle 'samba-pa-ti' van Santana, of 'Angie' van de Rolling Stones, zweefde ik weg in haar armen, snoof de parfum op en voelde mijn ziel wegwolken in een paradijselijke sfeer. De betovering brak, wanneer het plaatje was afgelopen en Zij uit mijn omstrengeling was gegleden. Ik ging naar de kant, leunde tegen de radiator en rolde een saffie. Diep inhalerend genoot ik na van de geestvervoering die ik ondergaan had. Daarna keek ik weer om mij heen loerend op een nieuwe kans.
Onder invloed van een hevige gemoedsaandoening, mijn eerste verliefdheid, was ik in de brugklas met het roken begonnen. In de fietsenstalling had ik mijn eerste sjekkie gedraaid, dat in de verste verte niet op een sigaret leek. Manhaftig inhaleerde ik zo diep mogelijk en werd kotsmisselijk. Dat had ik er allemaal voor over, want ik was bij haar, zij zag mij roken en de rest kon mij niet schelen. Ik keek haar aan, een moluks meisje, klein van gestalte, ze zag er mooi, maar ook kwetsbaar uit. Ze zeiden dat ze thuis werd geslagen door haar broers. Ik was intens verliefd op haar geworden. Dat was van mijn gezicht af te lezen. Ik kon mijn glimmende ogen niet van haar afhouden. Maar ik wist mij totaal geen raad met de emotie die mij overmeesterde, die mijn spraakvermogen lamlegde, mijn mond en keel kurkdroog maakte en die mijn motoriek ernstig stoorde. Het enige waartoe ik wel in staat was, bleek het onophoudelijk staren naar haar te zijn. Af en toe lukte het mij met een geweldige krachtsinspanning enige stompzinnige, onbetekenende woordjes te zeggen. Maar dat was met zulk een gespannenheid geuit, dat zij er alleen maar nerveuzer van werd. Ik werd steeds witter van de vergiftende nicotine en hoe dapper ik ook inhaleerde en de rook weer uitblies, het hielp mij niet nader tot haar te komen. Tot overmaat van ramp had de populairste figuur van de school die ook in de stalling aanwezig was onze ellendige toestand doorzien. Op sarrende toon begon hij het liedje te zingen:
"Boy meets girl and then....", waarna hij ons veelbetekend aankeek. Dat was teveel voor haar. Ze liep abrupt weg. Later is het nooit meer wat geworden tussen ons.
Deze eerste mislukking had nog geen ernstige zieleverwondingen veroorzaakt. Snel verliefde ik mij op een ander. Ze was eveneens moluks, had een paar sprekende grote ogen en bewoog met haar heupen en met haar in een strakke spijkerbroek gevatte achterwerk op een zeer tot mijn jongensverbeelding sprekende manier. Ze was van top tot teen sexy en een jaar jonger dan ik. Maar ik wachtte weer te lang. Op het schoolfeest was ze met een ander waarmee ze stevig vrijde. Ik herinner mij nog goed haar kletnatte blik, die ze mij had toegezonden, toen ze in een stevige omstrengeling stond met die ander. Waarschijnlijk had hij een zeer vitaal plekje bij haar geraakt. Ik vergat haar en droomde weer van de Koninginnen.
Jaren later in de derde klas gebeurde het. Ik kwam haar zomaar tegen in het voorbijgaan, terwijl ik mij tussen de anderen naar de lessen begaf. In een flits drong een beeld bij mij naar binnen van paradijselijke aard. Op dat niet te vatten moment nam zij bezit van mij. Ik was verliefd, ik was bezeten. Ze bleek in de parallelklas te zitten en heette Marga. Tijdens het schoolreisje had zij mij ook al zo'n veelbetekende blik toegezonden. Nu was ik stapel van haar. Zenuwachtig telde ik de dagen af voor de komende schoolavond. Ik vroeg haar ten dans. Haar blonde haren kriebelden tegen mijn wangen en ze rook naar een geur die ik niet kon thuisbrengen, wegens mijn onbekendheid met deze branche, maar het steeg in mijn neusgaten als een genotzalig levenselixer. Liefde was het, pure liefde en extase. Mijn verliefdheid groeide met de dag, mijn hart bonkte sneller als ik haar zag. Ik leefde in een roes, een rose droom waarin we man en vrouw werden en nog lang en gelukkig leefden.
Gek genoeg was ik mij van alles wat er gebeurde niet echt bewust. Ik onderging het, ik was een deel van een groot spel wat opgevoerd werd. Soms had ik de hoofdrol, soms was ik de figurant, maar echt nadenken hierover deed ik niet. Dat nadenken had ik gereserveerd voor de schaakclub. Daar had onze geschiedenisleraar mij enthousiast voor mij gemaakt. Hij was bezeten van dit oude spel. Dat schaken ging mij goed af. Het boeide mij enorm. Langzamerhand maakte ik vorderingen.
Op een dag aan het einde van de les mochten we wat voor ons zelf gaan doen. Op aandringen van de leraar haalden een aantal van ons de schaakspellen tevoorschijn. Met een man of zes speelden we tegen onze 'meester' een simultaanwedstrijd. De een na de andere sneuvelde. Maar toen de snerpende bel ging voor de volgende les, stond ik in winnende positie. Het was een fantastische leraar, hij was mateloos populair, maar had wel een slechte eigenschap: hij kon niet tegen zijn verlies. Ik mocht niet weg naar de wiskundeles en moest blijven zitten waar ik zat. Toen ik de situatie op het bord nogeens in ogenschouw nam en nog een aantal mogelijkheden voor mijn tegenstander zag om de zaak enigzins recht te trekken, gromde hij mismoedig en stootte zijn koning omver. Met luid gejuich werd mijn overwinning in het wiskundelokaal ontvangen. Maar deze leraar zag er de humor niet van in en berispte mij. Hij had het toch niet zo op mij, want al eerder had hij zijn ongenoegen over mij laten merken. Dat was toen ik tijdens een excursie naar de Hoogovens aan de voorlichter had gevraagd wat ze aan de luchtvervuiling deden. Dat had ik niet mogen vragen, dat was onbeleefd, vond hij. Nu hield hij mij voor dat ik in weerwil van mijn intellectuele manoeuvres op het schaakbord, in de wiskunde niet zo bijster goed presteerde, wat waar was. Ik scoorde alleen voor de vakken geschiedenis en Engels goede cijfers, die vond ik wel leuk, maar voor de rest was ik een matige mavo-leerling. Een dromerige type, die vroeger op de lagere school uit het raam keek en de minuten aftelde die hem scheidde van het kunnen buiten spelen, en die nu voornamelijk naar de deinende borsten en billen van de meisjes keek. Gezien dit gedrag en het gebrek aan goede studieresultaten, was het daarom zeer de vraag of ik ooit de voorspelling zou kunnen doen laten uitkomen. Of ik ooit 'die gevaarlijke' zou kunnen worden waarvoor de mensen zouden moeten uitkijken.
de boezemvriend
Ik was nog steeds verliefd op Marga, maar afgezien van het feit dat ze mijn dromerige blikken begreep en mij vriendelijke toelachte (waarmee ze mij aanmoedigde, maar dat begreep ik pas later) had behalve wat schuifelnummers ons niets naderbij gebracht. Mijn boezemvriend Mark kampte eveneens met een hevige verliefdheid. Ik vond dat hij veel meer te bieden had: hij was knapper, had een donker getinte huid, dat zuidelijke afkomst suggereerde, had een gezicht met gelijkmatige trekken, was sportief en slank en was losser in de omgang. Op fijnzinnige wijze wist hij steeds allerlei grapjes te lanceren. Dat maakte hem erg populair. Ik stond daarentegen bekend als een zwijgzaam en verlegen persoon, die vaak rood aanliep en zelden iets leuks deed of zei. Ondanks deze verschillen in uiterlijk en karakter, waren wij dikke vrinden. We bespraken onze verliefdheden en plaagden elkaar met ons gebrek aan initiatief. Maar onze vriendschap zou na de mavo minder worden en verwelken. Was dat mijn schuld, zo vroeg ik mij af? Had ik bepaalde dingen verzwegen en zo de afstand behouden? In ieder geval had ik mij al snel overcompleet gevoeld, toen hij verkering had gekregen met een blonde vamp. Ik had ze bezocht in de verbouwde fietsenstalling, waarvan ze gepoogd hadden een leefbaar geheel te maken. Ik trof haar alleen aan liggend op een aftandse tweedehandsbank, die waarschijnlijk van het grofvuil gered was. Ze lag op het beplekte ding gekleed in slechts een minijurkje. Ik aanschouwde haar lange benen en ving een glimp op van een glanzend wit slipje. Verschrikkelijke visioenen kwamen aanstormen, snel keek ik naar de andere wand van het wankele hokje en bestudeerde een vaderlandslievende foto waarop de Koningin was afgebeeld. Sindsdien dacht ik dat hij wel iets anders wilde doen dan naar het gesukkel van een alleenstaande te luisteren en bleef ik weg. Op de mavo had hij echter voor mij nog een nuttige functie gehad. In die dagen trokken we veel met elkaar op. Ik was zelfs een keer met hem op vakantie geweest naar Friesland. Zijn oom en tante bewoonden een riant huis in een nieuwe buitenwijk aldaar. Hij was ingenieur en altijd op het werk. Een keer had hij ons meegenomen naar Leeuwarden. Nadat we zijn auto gepoetst hadden, kregen we een flinke fooi. We kochten er snoep van, trekdroppen en andere zoethoudertjes. De tante was altijd thuis. Ze had zo graag kinderen gehad willen hebben. Ze liet ons 's avonds laat opblijven. Ik herinner mij daar een programma te hebben gezien dat over sexualiteit ging. Op onverhulde wijze werden de krampachtige bewegingen getoond van geheel ontklede mensen, die aan elkaar zaten te frutselen. Mijn mond viel open van verbazing. Wat was dit toch voor gedoe? De spanning schroefde zich op in mij. Dolblij was ik toen de verschrikkelijke beelden vervaagden en wij naar boven werden gestuurd. Zij had ons bezorgd gevraagd of wij het niet onprettig vonden naast elkaar te slapen... Gauw had ik gezegd dit niet erg te vinden. Maar met afschuw dacht ik aan de stiekume winden die onder de dekens door mijn vriend geproduceerd werden en de putlucht die dan opsteeg. Ook woelde hij enorm en overschreed de veilige zone, zodat ik moest opschuiven naar het uiterste randje van het tweepersoonsbed, teneinde ongewenste intimiteiten te voortkomen. Afstotelijk vond ik ook het spuug dat zich op zijn lippen vormde en waarvan de kwijlvlekken duidelijk zichtbaar op zijn pyama zaten. Toch doorstond ik deze afschuwelijke kwellingen en werd weer veilig teruggereden naar het ouderlijk huis.
Diploma-uitreiking
Het was ontzettend druk in lokaal acht. Vele ouders waren meegekomen en er heerste een absolute hoerastemming. Iedereen van de beide examenklassen was namelijk geslaagd! De directeur nam het woord. Hij sprak zijn waardering uit voor deze gang van zaken en betoogde dat dit voor iedereen een mijlpaal in zijn leven was waaraan hij later nog weleens terug zou denken. Daarna kon iedereen het begeerde papiertje in ontvangst nemen. Er ging toch wel wat door mij heen, toen ik langs de rij leraren liep. Heer Winter, de duitse leraar, boog naar mij toe en sprak zijn waardering uit voor de zeven die ik uiteindelijk voor zijn vak had gehaald. Dat compliment nam ik met gemengde gevoelens aan. Het was nou bepaald niet mijn favoriete leraar geweest...
De manier waarop hij voorging in gebed, verried zijn temperamentvolle karakter. Dan vouwde hij zijn handen, stak beide armen gestrekt naar voren, kneep zijn ogen dicht en sprak in een ratelend staccatto zijn gebed uit. Hij leek dan net een oudtestamentische profeet, zoals hij daar stond op het verhoogde podium en boven ons uittorende. De handen dreigend naar voren en de bede uitsprekend met de bezieling van de fanaticus. Dat hij bepaald geen heilige was, bewees hij tijdens het schoolreisje in Luxemburg. We verbleven in een jeugdherberg, met piepende stapelbedden en verplicht corvee. Gangmaker Hank had 's avonds zijn mondharmonika tevoorschijn gehaald en speelde een paar deuntjes. We zaten op de veranda en zagen in de verte de vuurvliegjes dansen in de invallende duisternis. Dit nimmer door mij aanschouwde fenomeen fascineerde mij. Ik keek naar Marga, ze had eerder op de dag tegen mij gelachen, wat betekende dat, zo peinsde ik. De stem van Winter maakte een eind aan mijn mijmeringen en de gezelligheid. Het was half elf, uiterlijk elf uur moesten wij allen onder de dekens liggen. Sommige van ons protesteerde zwakjes, maar niemand durfde daadwerkelijk iets in te brengen tegen zijn gezag, dus vertrok iedereen naar de slaapzaal. Elf uur lagen wij te bed, maar sommige jongens schenen nog met een zaklantaarn in het rond. Daar donderde de stem van de profeet over ons en waarschuwde dat een ieder die nu nog een lichtje zou laten schijnen of een enkel woord fluisterde, in elkaar getrapt zou worden. Het werd doodstil.
Een dag later maakte we een uitstapje met de bus en mochten in de stad Luxemburg een uurtje winkelen. Ikzelf trok erop uit met een maat van mij. In een restaurantje bestelden we iets te eten. Het uur ging sneller om dan we verwacht hadden en we kwamen te laat bij de bus. Mijn maat werd de bus ingesleurd door Winter. "Jullie hebben zeker wat gedronken he," bulderde hij. Het was ons namelijk streng verboden alcoholische dranken in te nemen en hijzelf was een stricte geheelonthouder. Hij schopte en sloeg mij en ik was te verbouwereerd om te reageren. Mijn medescholieren waren gelukkig vol begrip en informeerden of het erge pijn had gedaan. Dat was niet het geval. Ach, en wat betreft geweld was ik van huis uit wel wat gewend. Later gaf ik hem gewoon weer een hand ten afscheid. De man had immers een driftnatuur, zo redeneerde ik. Hij had mijn jongste broertje die in de brugklas zat, ook al eens door de lange, betegelde schoolgangen achterna gezeten. Wel vroeg ik mij af of hij soms thuis zijn kinderen en vrouw ook sloeg. Zijn vrouw zeker toch niet! Dat was nogal een dominant type. Ze gaf Franse les op school en had een kolossale boezem. Tijdens het overhoren ging ze vaak vlak voor mij staan, waardoor ik alleen die bergen nog zag en hakkelend vergeefs naar de juiste woorden zocht. Misschien was zij wel de baas over hem en kreeg hij thuis op zijn blote billen van haar! Dat moest hij natuurlijk weer op ons afreageren en zo was de cirkel weer rond. Het leek mij wel een plausibele verklaring.
Marga
Na de diploma-uitreiking ging ieder zijns weegs. De meesten waren met hun ouders meegegaan om het thuis te vieren, maar mijn ouders waren niet aanwezig geweest op de uitreiking. Ik bond mijn tas achterop mijn gele fiets en reed naar huis. Een knetterende brommer haalde mij in. Het was Marga op haar rode puch. Ze lachte tegen mij, terwijl haar blonde krullen rondom haar gezicht golfden en bleef naast mij rijden. We wisselden de gebruikelijke vriendelijkheden uit. Ik voelde mij helemaal opleven, zou het nu eindelijk gebeuren? Ik stelde voor een snackbar binnen te wippen, maar daar ging ze niet op in. Waarom hield ze nu de boot weer af, dacht ik. Ze wist toch dat ik stapel op haar was? Zou het blijven bij die ene keer? Die ene keer dat ik haar had durven aanspreken en zij samen met mij naar het feestje van de volleybalvereniging was meegegaan. Vele malen had ik op die avond met haar gedanst en tegen twaalven liepen we terug naar de flat waarin ik woonde, waar ze haar brommer in de kelder gestald had. Ik was vol bewondering voor haar en liet dat in complimentjes doorschemeren. Dat ik haar zou mogen zoenen, geeneens in mij op. Ik daalde af naar de kelder en duwde haar brommer de trap op naar boven. We stonden buiten tegenover elkaar. Ze had haar brommer op de standaard gezet. Ze zei, dat het erg gezellig was geweest. Ze keek mij aan. Zag zij toen mijn onbeholpenheid? Zag ze wat ikzelf absoluut niet begreep? In het trappenhuis hoorde ik een deur opengaan. Er klonk een schreeuw, of ik de hond wilde uitlaten. De deur klapte weer dicht. Kwispelstaartend kwam de zwarte poedel de trap afgesneld. Ik stond tegenover het meisje van mijn dromen, zij die ik intens begeerde, ik kon haar aanraken, kon haar zelfs mogelijk kussen, wat weerhield mij toch? Ik greep naar de reddingslijn waaraan de poedel zat, groette haar en dat was dan dat.
Later was ik haar tegengekomen in de sporthal in haar woonplaats. Ik was nog steeds heftig verliefd op haar en kocht na lang wikken en wegen een comsumptie voor haar. Toen werd ik de andere jongen gewaar. Hij was ouder dan ik. Hij pakte haar zonder schroom vast en kuste haar. Het was dus dik aan tussen hen. Met een rode kop koos ik het hazepad. Maar ik weigerde te geloven dat ze mij liefde niet wilde en bleef hopen.
Nu ze mijn voorstel naar de snackbar te gaan afwees, boorde zij mijn gespannen verwachtingen de grond in. Met een armzwaai namen we afscheid. We zouden nu elkaar denkelijk nooit meer zien. Toen ik thuiskwam en de felicitaties in ontvangst nam, verdween ik al snel naar mijn slaapkamer. Ik staarde naar het bedspiraal boven me. Wat betekende nou zo'n diploma?
Twee Koninginnen (en die gevaarlijke)
Mijn leraar geschiedenis had het mij voorspeld. Toen hij tijdens een les vroeg wat iedereen later wilde worden, had ik hem geantwoord dat journalist mij wel wat leek. "Die moet je in de gaten houden, dat wordt een gevaarlijke," had hij gereageerd. De klas had mij lachend aangekeken en ik genoot van mijn tijdelijk succes als zijnde een wereldjournalist in spé. Nu had ik dat eigenlijk meer in een opwelling gezegd, dan dat het een weloverwogen keuze van me was geweest. Maar gek genoeg begon ik er serieus over na te denken en zag het later als mijn beroepsbestemming. Ik moest en zou een razende reporter worden. Maar ondertussen zat ik nog op de Mavo en was mijn enig gevoelde werkelijke streven het meisje te zoenen van mijn dromen. De rest kon me eigenlijk wel gestolen worden. Met mijn boezemvriend zag ik uit naar de schoolavonden die meestal een keer in de veertien dagen gehouden werden en waar alle stukken van de school te bewonderen waren.
Nu waren er in onze ogen maar twee echte kanjers. Koningin Slank en Volslank. Slank was de perfekte vrouw. Ze had een sereen gezicht met een aristocratische, gekromde neus. Haar lange bruine lokken sierden haar gezicht en vielen tot op haar schouders. Ze was slank met lange benen en had twee welgevormde borsten, die onze handen nauwelijks hadden kunnen omvatten. Soms had ze een blouse aan waarvan ze dan een paar knoopjes los liet, zodat bij bepaalde bewegingen, die pracht voor ons gedeeltelijk onthuld werd. Als je dan keek met kloppend hart, lachte ze uitdagend. Ze was een lust voor het oog en speelde met onze zieltjes.
Volslank was van een ander kaliber. Ze had een weelderig figuur, klein van gestalte en met twee enorme grote borsten, die je gewoonweg gek maakten. Ik vond haar uitgesproken erotisch. Als je met een van hen danste of even een onderonsje had, dan was gelijk je dag goed. Toch durfde je niet serieus aan een romance te denken, dan moest je het wel erg hoog in je bol hebben. Het waren onaantastbare godinnen, niet weggelegd voor gewone rotjongens als wij waren. Ze waren voor ons dat hoge, onbereikbare, het summum van al je erotische wensen en gevoelens.
Op de schoolavond had ik weleens met een van de godinnen gedanst. Dat werd soms toegestaan als zijnde een gunst aan een gewillig onderdaan. Natuurlijk had ik een schuifelnummer uitgekozen. Op de klanken van het gevoelvolle 'samba-pa-ti' van Santana, of 'Angie' van de Rolling Stones, zweefde ik weg in haar armen, snoof de parfum op en voelde mijn ziel wegwolken in een paradijselijke sfeer. De betovering brak, wanneer het plaatje was afgelopen en Zij uit mijn omstrengeling was gegleden. Ik ging naar de kant, leunde tegen de radiator en rolde een saffie. Diep inhalerend genoot ik na van de geestvervoering die ik ondergaan had. Daarna keek ik weer om mij heen loerend op een nieuwe kans.
Onder invloed van een hevige gemoedsaandoening, mijn eerste verliefdheid, was ik in de brugklas met het roken begonnen. In de fietsenstalling had ik mijn eerste sjekkie gedraaid, dat in de verste verte niet op een sigaret leek. Manhaftig inhaleerde ik zo diep mogelijk en werd kotsmisselijk. Dat had ik er allemaal voor over, want ik was bij haar, zij zag mij roken en de rest kon mij niet schelen. Ik keek haar aan, een moluks meisje, klein van gestalte, ze zag er mooi, maar ook kwetsbaar uit. Ze zeiden dat ze thuis werd geslagen door haar broers. Ik was intens verliefd op haar geworden. Dat was van mijn gezicht af te lezen. Ik kon mijn glimmende ogen niet van haar afhouden. Maar ik wist mij totaal geen raad met de emotie die mij overmeesterde, die mijn spraakvermogen lamlegde, mijn mond en keel kurkdroog maakte en die mijn motoriek ernstig stoorde. Het enige waartoe ik wel in staat was, bleek het onophoudelijk staren naar haar te zijn. Af en toe lukte het mij met een geweldige krachtsinspanning enige stompzinnige, onbetekenende woordjes te zeggen. Maar dat was met zulk een gespannenheid geuit, dat zij er alleen maar nerveuzer van werd. Ik werd steeds witter van de vergiftende nicotine en hoe dapper ik ook inhaleerde en de rook weer uitblies, het hielp mij niet nader tot haar te komen. Tot overmaat van ramp had de populairste figuur van de school die ook in de stalling aanwezig was onze ellendige toestand doorzien. Op sarrende toon begon hij het liedje te zingen:
"Boy meets girl and then....", waarna hij ons veelbetekend aankeek. Dat was teveel voor haar. Ze liep abrupt weg. Later is het nooit meer wat geworden tussen ons.
Deze eerste mislukking had nog geen ernstige zieleverwondingen veroorzaakt. Snel verliefde ik mij op een ander. Ze was eveneens moluks, had een paar sprekende grote ogen en bewoog met haar heupen en met haar in een strakke spijkerbroek gevatte achterwerk op een zeer tot mijn jongensverbeelding sprekende manier. Ze was van top tot teen sexy en een jaar jonger dan ik. Maar ik wachtte weer te lang. Op het schoolfeest was ze met een ander waarmee ze stevig vrijde. Ik herinner mij nog goed haar kletnatte blik, die ze mij had toegezonden, toen ze in een stevige omstrengeling stond met die ander. Waarschijnlijk had hij een zeer vitaal plekje bij haar geraakt. Ik vergat haar en droomde weer van de Koninginnen.
Jaren later in de derde klas gebeurde het. Ik kwam haar zomaar tegen in het voorbijgaan, terwijl ik mij tussen de anderen naar de lessen begaf. In een flits drong een beeld bij mij naar binnen van paradijselijke aard. Op dat niet te vatten moment nam zij bezit van mij. Ik was verliefd, ik was bezeten. Ze bleek in de parallelklas te zitten en heette Marga. Tijdens het schoolreisje had zij mij ook al zo'n veelbetekende blik toegezonden. Nu was ik stapel van haar. Zenuwachtig telde ik de dagen af voor de komende schoolavond. Ik vroeg haar ten dans. Haar blonde haren kriebelden tegen mijn wangen en ze rook naar een geur die ik niet kon thuisbrengen, wegens mijn onbekendheid met deze branche, maar het steeg in mijn neusgaten als een genotzalig levenselixer. Liefde was het, pure liefde en extase. Mijn verliefdheid groeide met de dag, mijn hart bonkte sneller als ik haar zag. Ik leefde in een roes, een rose droom waarin we man en vrouw werden en nog lang en gelukkig leefden.
Gek genoeg was ik mij van alles wat er gebeurde niet echt bewust. Ik onderging het, ik was een deel van een groot spel wat opgevoerd werd. Soms had ik de hoofdrol, soms was ik de figurant, maar echt nadenken hierover deed ik niet. Dat nadenken had ik gereserveerd voor de schaakclub. Daar had onze geschiedenisleraar mij enthousiast voor mij gemaakt. Hij was bezeten van dit oude spel. Dat schaken ging mij goed af. Het boeide mij enorm. Langzamerhand maakte ik vorderingen.
Op een dag aan het einde van de les mochten we wat voor ons zelf gaan doen. Op aandringen van de leraar haalden een aantal van ons de schaakspellen tevoorschijn. Met een man of zes speelden we tegen onze 'meester' een simultaanwedstrijd. De een na de andere sneuvelde. Maar toen de snerpende bel ging voor de volgende les, stond ik in winnende positie. Het was een fantastische leraar, hij was mateloos populair, maar had wel een slechte eigenschap: hij kon niet tegen zijn verlies. Ik mocht niet weg naar de wiskundeles en moest blijven zitten waar ik zat. Toen ik de situatie op het bord nogeens in ogenschouw nam en nog een aantal mogelijkheden voor mijn tegenstander zag om de zaak enigzins recht te trekken, gromde hij mismoedig en stootte zijn koning omver. Met luid gejuich werd mijn overwinning in het wiskundelokaal ontvangen. Maar deze leraar zag er de humor niet van in en berispte mij. Hij had het toch niet zo op mij, want al eerder had hij zijn ongenoegen over mij laten merken. Dat was toen ik tijdens een excursie naar de Hoogovens aan de voorlichter had gevraagd wat ze aan de luchtvervuiling deden. Dat had ik niet mogen vragen, dat was onbeleefd, vond hij. Nu hield hij mij voor dat ik in weerwil van mijn intellectuele manoeuvres op het schaakbord, in de wiskunde niet zo bijster goed presteerde, wat waar was. Ik scoorde alleen voor de vakken geschiedenis en Engels goede cijfers, die vond ik wel leuk, maar voor de rest was ik een matige mavo-leerling. Een dromerige type, die vroeger op de lagere school uit het raam keek en de minuten aftelde die hem scheidde van het kunnen buiten spelen, en die nu voornamelijk naar de deinende borsten en billen van de meisjes keek. Gezien dit gedrag en het gebrek aan goede studieresultaten, was het daarom zeer de vraag of ik ooit de voorspelling zou kunnen doen laten uitkomen. Of ik ooit 'die gevaarlijke' zou kunnen worden waarvoor de mensen zouden moeten uitkijken.
de boezemvriend
Ik was nog steeds verliefd op Marga, maar afgezien van het feit dat ze mijn dromerige blikken begreep en mij vriendelijke toelachte (waarmee ze mij aanmoedigde, maar dat begreep ik pas later) had behalve wat schuifelnummers ons niets naderbij gebracht. Mijn boezemvriend Mark kampte eveneens met een hevige verliefdheid. Ik vond dat hij veel meer te bieden had: hij was knapper, had een donker getinte huid, dat zuidelijke afkomst suggereerde, had een gezicht met gelijkmatige trekken, was sportief en slank en was losser in de omgang. Op fijnzinnige wijze wist hij steeds allerlei grapjes te lanceren. Dat maakte hem erg populair. Ik stond daarentegen bekend als een zwijgzaam en verlegen persoon, die vaak rood aanliep en zelden iets leuks deed of zei. Ondanks deze verschillen in uiterlijk en karakter, waren wij dikke vrinden. We bespraken onze verliefdheden en plaagden elkaar met ons gebrek aan initiatief. Maar onze vriendschap zou na de mavo minder worden en verwelken. Was dat mijn schuld, zo vroeg ik mij af? Had ik bepaalde dingen verzwegen en zo de afstand behouden? In ieder geval had ik mij al snel overcompleet gevoeld, toen hij verkering had gekregen met een blonde vamp. Ik had ze bezocht in de verbouwde fietsenstalling, waarvan ze gepoogd hadden een leefbaar geheel te maken. Ik trof haar alleen aan liggend op een aftandse tweedehandsbank, die waarschijnlijk van het grofvuil gered was. Ze lag op het beplekte ding gekleed in slechts een minijurkje. Ik aanschouwde haar lange benen en ving een glimp op van een glanzend wit slipje. Verschrikkelijke visioenen kwamen aanstormen, snel keek ik naar de andere wand van het wankele hokje en bestudeerde een vaderlandslievende foto waarop de Koningin was afgebeeld. Sindsdien dacht ik dat hij wel iets anders wilde doen dan naar het gesukkel van een alleenstaande te luisteren en bleef ik weg. Op de mavo had hij echter voor mij nog een nuttige functie gehad. In die dagen trokken we veel met elkaar op. Ik was zelfs een keer met hem op vakantie geweest naar Friesland. Zijn oom en tante bewoonden een riant huis in een nieuwe buitenwijk aldaar. Hij was ingenieur en altijd op het werk. Een keer had hij ons meegenomen naar Leeuwarden. Nadat we zijn auto gepoetst hadden, kregen we een flinke fooi. We kochten er snoep van, trekdroppen en andere zoethoudertjes. De tante was altijd thuis. Ze had zo graag kinderen gehad willen hebben. Ze liet ons 's avonds laat opblijven. Ik herinner mij daar een programma te hebben gezien dat over sexualiteit ging. Op onverhulde wijze werden de krampachtige bewegingen getoond van geheel ontklede mensen, die aan elkaar zaten te frutselen. Mijn mond viel open van verbazing. Wat was dit toch voor gedoe? De spanning schroefde zich op in mij. Dolblij was ik toen de verschrikkelijke beelden vervaagden en wij naar boven werden gestuurd. Zij had ons bezorgd gevraagd of wij het niet onprettig vonden naast elkaar te slapen... Gauw had ik gezegd dit niet erg te vinden. Maar met afschuw dacht ik aan de stiekume winden die onder de dekens door mijn vriend geproduceerd werden en de putlucht die dan opsteeg. Ook woelde hij enorm en overschreed de veilige zone, zodat ik moest opschuiven naar het uiterste randje van het tweepersoonsbed, teneinde ongewenste intimiteiten te voortkomen. Afstotelijk vond ik ook het spuug dat zich op zijn lippen vormde en waarvan de kwijlvlekken duidelijk zichtbaar op zijn pyama zaten. Toch doorstond ik deze afschuwelijke kwellingen en werd weer veilig teruggereden naar het ouderlijk huis.
Diploma-uitreiking
Het was ontzettend druk in lokaal acht. Vele ouders waren meegekomen en er heerste een absolute hoerastemming. Iedereen van de beide examenklassen was namelijk geslaagd! De directeur nam het woord. Hij sprak zijn waardering uit voor deze gang van zaken en betoogde dat dit voor iedereen een mijlpaal in zijn leven was waaraan hij later nog weleens terug zou denken. Daarna kon iedereen het begeerde papiertje in ontvangst nemen. Er ging toch wel wat door mij heen, toen ik langs de rij leraren liep. Heer Winter, de duitse leraar, boog naar mij toe en sprak zijn waardering uit voor de zeven die ik uiteindelijk voor zijn vak had gehaald. Dat compliment nam ik met gemengde gevoelens aan. Het was nou bepaald niet mijn favoriete leraar geweest...
De manier waarop hij voorging in gebed, verried zijn temperamentvolle karakter. Dan vouwde hij zijn handen, stak beide armen gestrekt naar voren, kneep zijn ogen dicht en sprak in een ratelend staccatto zijn gebed uit. Hij leek dan net een oudtestamentische profeet, zoals hij daar stond op het verhoogde podium en boven ons uittorende. De handen dreigend naar voren en de bede uitsprekend met de bezieling van de fanaticus. Dat hij bepaald geen heilige was, bewees hij tijdens het schoolreisje in Luxemburg. We verbleven in een jeugdherberg, met piepende stapelbedden en verplicht corvee. Gangmaker Hank had 's avonds zijn mondharmonika tevoorschijn gehaald en speelde een paar deuntjes. We zaten op de veranda en zagen in de verte de vuurvliegjes dansen in de invallende duisternis. Dit nimmer door mij aanschouwde fenomeen fascineerde mij. Ik keek naar Marga, ze had eerder op de dag tegen mij gelachen, wat betekende dat, zo peinsde ik. De stem van Winter maakte een eind aan mijn mijmeringen en de gezelligheid. Het was half elf, uiterlijk elf uur moesten wij allen onder de dekens liggen. Sommige van ons protesteerde zwakjes, maar niemand durfde daadwerkelijk iets in te brengen tegen zijn gezag, dus vertrok iedereen naar de slaapzaal. Elf uur lagen wij te bed, maar sommige jongens schenen nog met een zaklantaarn in het rond. Daar donderde de stem van de profeet over ons en waarschuwde dat een ieder die nu nog een lichtje zou laten schijnen of een enkel woord fluisterde, in elkaar getrapt zou worden. Het werd doodstil.
Een dag later maakte we een uitstapje met de bus en mochten in de stad Luxemburg een uurtje winkelen. Ikzelf trok erop uit met een maat van mij. In een restaurantje bestelden we iets te eten. Het uur ging sneller om dan we verwacht hadden en we kwamen te laat bij de bus. Mijn maat werd de bus ingesleurd door Winter. "Jullie hebben zeker wat gedronken he," bulderde hij. Het was ons namelijk streng verboden alcoholische dranken in te nemen en hijzelf was een stricte geheelonthouder. Hij schopte en sloeg mij en ik was te verbouwereerd om te reageren. Mijn medescholieren waren gelukkig vol begrip en informeerden of het erge pijn had gedaan. Dat was niet het geval. Ach, en wat betreft geweld was ik van huis uit wel wat gewend. Later gaf ik hem gewoon weer een hand ten afscheid. De man had immers een driftnatuur, zo redeneerde ik. Hij had mijn jongste broertje die in de brugklas zat, ook al eens door de lange, betegelde schoolgangen achterna gezeten. Wel vroeg ik mij af of hij soms thuis zijn kinderen en vrouw ook sloeg. Zijn vrouw zeker toch niet! Dat was nogal een dominant type. Ze gaf Franse les op school en had een kolossale boezem. Tijdens het overhoren ging ze vaak vlak voor mij staan, waardoor ik alleen die bergen nog zag en hakkelend vergeefs naar de juiste woorden zocht. Misschien was zij wel de baas over hem en kreeg hij thuis op zijn blote billen van haar! Dat moest hij natuurlijk weer op ons afreageren en zo was de cirkel weer rond. Het leek mij wel een plausibele verklaring.
Marga
Na de diploma-uitreiking ging ieder zijns weegs. De meesten waren met hun ouders meegegaan om het thuis te vieren, maar mijn ouders waren niet aanwezig geweest op de uitreiking. Ik bond mijn tas achterop mijn gele fiets en reed naar huis. Een knetterende brommer haalde mij in. Het was Marga op haar rode puch. Ze lachte tegen mij, terwijl haar blonde krullen rondom haar gezicht golfden en bleef naast mij rijden. We wisselden de gebruikelijke vriendelijkheden uit. Ik voelde mij helemaal opleven, zou het nu eindelijk gebeuren? Ik stelde voor een snackbar binnen te wippen, maar daar ging ze niet op in. Waarom hield ze nu de boot weer af, dacht ik. Ze wist toch dat ik stapel op haar was? Zou het blijven bij die ene keer? Die ene keer dat ik haar had durven aanspreken en zij samen met mij naar het feestje van de volleybalvereniging was meegegaan. Vele malen had ik op die avond met haar gedanst en tegen twaalven liepen we terug naar de flat waarin ik woonde, waar ze haar brommer in de kelder gestald had. Ik was vol bewondering voor haar en liet dat in complimentjes doorschemeren. Dat ik haar zou mogen zoenen, geeneens in mij op. Ik daalde af naar de kelder en duwde haar brommer de trap op naar boven. We stonden buiten tegenover elkaar. Ze had haar brommer op de standaard gezet. Ze zei, dat het erg gezellig was geweest. Ze keek mij aan. Zag zij toen mijn onbeholpenheid? Zag ze wat ikzelf absoluut niet begreep? In het trappenhuis hoorde ik een deur opengaan. Er klonk een schreeuw, of ik de hond wilde uitlaten. De deur klapte weer dicht. Kwispelstaartend kwam de zwarte poedel de trap afgesneld. Ik stond tegenover het meisje van mijn dromen, zij die ik intens begeerde, ik kon haar aanraken, kon haar zelfs mogelijk kussen, wat weerhield mij toch? Ik greep naar de reddingslijn waaraan de poedel zat, groette haar en dat was dan dat.
Later was ik haar tegengekomen in de sporthal in haar woonplaats. Ik was nog steeds heftig verliefd op haar en kocht na lang wikken en wegen een comsumptie voor haar. Toen werd ik de andere jongen gewaar. Hij was ouder dan ik. Hij pakte haar zonder schroom vast en kuste haar. Het was dus dik aan tussen hen. Met een rode kop koos ik het hazepad. Maar ik weigerde te geloven dat ze mij liefde niet wilde en bleef hopen.
Nu ze mijn voorstel naar de snackbar te gaan afwees, boorde zij mijn gespannen verwachtingen de grond in. Met een armzwaai namen we afscheid. We zouden nu elkaar denkelijk nooit meer zien. Toen ik thuiskwam en de felicitaties in ontvangst nam, verdween ik al snel naar mijn slaapkamer. Ik staarde naar het bedspiraal boven me. Wat betekende nou zo'n diploma?